ERVEN

Er is sprake van erven wanneer een overledene (=erflater) aan erfgenamen bezittingen (goederen en geld) en/of schulden nalaat (=de nalatenschap). Een erfgenaam kan de nalatenschap:

  • 1. Zuiver aanvaarden:
    Zowel de bezittingen als de schulden volledig accepteren (ook al zijn de schulden hoger dan de bezittingen).

  • 2. Beneficiair aanvaarden (meest gekozen):
    Alleen het deel van de bezittingen accepteren dat overblijft nadat de schulden van de erflater zijn betaald.

  • 3. Verwerpen:
    Zowel de bezittingen als de schulden volledig weigeren. Gevolg hiervan is: plaatsvervulling (uitleg volgt later).

Download de PowerPoint:

NETTO ERFENIS

Over het deel van de nalatenschap dat wordt geërfd, moet erfbelasting worden betaald. Wat resteert is de netto erfenis. Voor de berekening van de netto erfenis van een nabestaande kan er vooraf sprake zijn van 2 situaties:

  1. De nabestaande maakt geen aanspraak op zijn legitieme (erf)portie.
    In dat geval gelden er twee opties voor de berekening van de bruto erfenis:

    1. Deel met testament: dat deel van de nalatenschap wordt verdeeld volgens de regels die de erflater op papier heeft laten zetten.
    2. Deel zonder testament: dat deel van de nalatenschap wordt dan automatisch verdeeld volgens de standaardregels van het wettelijk (versterf)erfrecht.
  2. De nabestaande maakt wel aanspraak op zijn legitieme (erf)portie.
    In dat geval maakt de nabestaande aanspraak op een wettelijk minimum van de nalatenschap. Dat is handig wanneer je bijvoorbeeld bent onterfd of wanneer de overledene zijn bezittingen snel aan andere kinderen heeft geschonken en niet aan jou (dan ben je niet officieel onterfd, maar het lijkt er dan wel verdacht veel op). De berekening van het minimum is ook geregeld in het wettelijk (versterf)erfrecht. Aanspraak maken op de legitieme (erf)portie kan alleen worden gedaan door een kind (of zijn plaatsvervullers) van de erflater. Aanspraak maken op de legitieme (erf)portie gebeurt niet automatisch en moet je als kind kenbaar maken. Een eventuele erfenis via testament aan dit kind vervalt dan.

Op basis van één van bovenstaande situaties wordt voor de berekening van de netto erfenis de onderstaande stappen uitgevoerd. 

In het voorafgaande schema is te zien dat voor de berekening van de netto erfenis er 5 stappen worden doorlopen. Stap 1 betreft de voorberekening van de bruto erfenis. Vanuit de combinatie van optie A&B of alleen optie C ontstaat de bruto erfenis (stap 2). Vervolgens wordt er berekend over welk deel er erfbelasting moet worden betaald; voor de berekening van de erfbelasting worden namelijk eerst nog enkele correcties op de bruto erfenis uitgevoerd om vervolgens uit te komen op een fictief bedrag dat wordt belast (stap 3). Pas daarna gaan we over dat fictieve bedrag het percentage erfbelasting pakken (stap 4) en kunnen we de netto erfenis uitrekenen (stap 5).

Onderstaand worden de stappen stuk voor stuk besproken. Daarbij wordt er gebruik gemaakt van een voorbeeld. 

STAP 1 (OPTIE B): WETTELIJKE ERFPORTIE

Als de overledene voor een deel of geheel van de nalatenschap geen testament heeft dan wordt dat deel van de nalatenschap automatisch verdeeld volgens de standaardregels van het wettelijk (versterf)erfrecht.

Het wettelijk erfrecht verdeeld de nabestaanden van de overledene in groepen (=parentelen), namelijk:

  1. Groep 1: echtgenoot/geregistreerd partner en kinderen van de overledene (stief- en pleegkinderen NIET)
  2. Groep 2: ouders, broers en zussen
  3. Groep 3: grootouders
  4. Groep 4: overgrootouders
  5. Groep X: de Nederlandse Staat

Als er binnen een groep geen erfgenamen EN geen plaatsvervullers (meer) zijn dan pas gaat de erfenis naar de groep eronder. Nabestaanden binnen een groep hebben recht op een even groot erfdeel(breuk). Bijvoorbeeld: 3 personen → ieder 1/3e erfdeel(breuk). Hier zijn 3 uitzonderingen op:

  1. is er een onwaardig persoon in een groep (bijv. moordenaar van de erflater) dan erft hij niets;
  2. in groep 2 heeft iedere ouder altijd minimaal 1/4e erfdeelbreuk;
  3. een halfbroer of halfzus erft altijd maar 50% van wat een normale broer of zus zou hebben geërfd.

Voorbeeld:
Met deze voorkennis gaan we nu opzoek naar hoeveel iemand erft via het wettelijk erfrecht als er geen aanspraak wordt gemaakt op de legitieme (erf)portie, ofwel: optie B. Hiervoor gebruiken we de stamboom van Piet (zie afbeelding) als voorbeeld en gaan we ervan uit dat Piet zojuist is komen te overlijden. Bekend is verder van Piet dat:

  • hij 10 jaar geleden vóór de familieruzie met dochter Corrie een schenking aan Corrie heeft gedaan van € 1.000;
  • hij de afgelopen 20 jaar voor € 238.800 heeft geschonken aan Arie;
  • hij in een testament heeft laten vastleggen dat er € 100 naar dochter Corrie gaat na zijn overlijden;
  • hij is overleden in het huwelijk met Ietje;
  • hij in gemeenschap van goederen was getrouwd met Ietje;
  • hij vlak voor zijn dood een schenking van € 76.200 heeft gedaan aan Nel; 
  • hij vlak voor zijn dood een gift van € 4.000 heeft gegeven aan het Wereld Natuur Fonds (WNF);
  • het resterend gezamenlijk bezit van Piet en Ietje op het moment van overlijden van Piet € 60.500 bedraagt en hun schulden € 60.000 bedraagt. 

We gaan voor dochter Corrie uitrekenen hoeveel zij erft via het wettelijk erfrecht wanneer Corrie geen aanspraak wil maken op haar legitieme (erf)portie, ofwel: optie B. Dit doen we in 3 tussenstappen (1a, 1b en 1c).

Gevraagd:
Bepaal de wettelijke erfdeel(breuk) van dochter Corrie. 

  • Stap 1a: Wettelijke erfdeel(breuk) bepalen
    = 1 / aantal erfgenamen in groep

= 1/4e

Toelichting:
Op basis van het wettelijk erfrecht gaat de nalatenschap van Piet naar groep 1. De echtgenoot en de kinderen van Piet zijn dus de erfgenamen, ofwel: Ietje, Arie, Corrie en Nel. Er zijn dus totaal 4 erfgenamen dus ieder heeft 1/4e erfdeel(breuk). Alleen er is 1 probleem: Arie was al dood… wat nu?

Wanneer een nabestaande is overleden of de erfenis verwerpt dan wordt zijn erfdeel(breuk) verspreid over zijn plaatsvervullers. Plaatsvervullers zijn de kinderen van een erfgenaam. In de stamboom van Piet betekent dat dus dat de 1/4e erfdeel(breuk) van Arie wordt verdeeld over zijn twee kinderen, ofwel Christina krijgt 1/8e (=1/2e van 1/4e) en Wim krijgt 1/8e (=1/2e van 1/4e) erfdeel(breuk). Alleen er is 1 probleem: Wim was al dood… wat nu?

Wanneer een plaatsvervuller is overleden of de erfenis verwerpt dan wordt zijn erfdeel(breuk) weer verspreid over zijn plaatsvervullers. Plaatsvervulling kan dus oneindig doorgaan. In de stamboom van Piet betekent dat dus dat de 1/8e erfdeel(breuk) van Wim wordt verdeeld over zijn twee kinderen, ofwel Ian krijgt 1/16e (=1/2e van 1/8e) en Daphne krijgt 1/16e (=1/2e van 1/8e) erfdeel(breuk). 

De plaats van erfgenaam Arie is dus vervult door zijn twee kinderen waardoor er nog steeds 4 erfgenamen in het spel zijn. Corrie haar (erf)deelbreuk blijft dus 1/4e. 

Maar wat nu als…

  • Ian en Daphne ook niet meer in leven waren geweest?
    In dat geval had Christina voor 100% de erfdeel(breuk) van Arie gehad, ofwel: 1/4e. 
  • Ian, Daphne en Christina niet meer in leven waren geweest?
    In dat geval zijn er voor erfgenaam Arie geen plaatsvervullers meer. Arie telt dan niet meer mee als erfgenaam. Dat betekent dus eigenlijk dat Ietje, Corrie en Nel een erfdeel(breuk) hebben van ieder 1/3e. 

Gevraagd:
Bereken de wettelijke (erf)massa. 

  • Stap 1b: Wettelijke (erf)massa berekenen
    = Bezittingen – Schulden – Deel via testament – Kosten voor uitvaart en verdeling erfenis

= [(50% € 60.500 bezittingen) – (50% van € 60.000 schulden)] – € 100 via testament  = € 150

Toelichting:
Piet en Ietje waren getrouwd in gemeenschap van goederen. De wet gaat er daarom vanuit dat 50% van het gezamenlijk bezit en de gezamenlijke schulden van Ietje is. Dat betekent dus dat alleen de andere 50% de nalatenschap van Piet is.

Doordat de wet ervan uitgaat dat € 250 al van Ietje was, wordt dit niet als ‘erven’ gezien en hoeft daar dus ook geen erfbelasting over te worden betaald. 

Wat nu als:

  • De (erf)massa lager is dan € 0?
    In dat geval bestaat de wettelijke (erf)massa dus uit schulden. Vaak willen erfgenamen en plaatsvervullers dan niet erven en verwerpen dan de erfenis.
  • Piet in zijn testament heeft laten vastleggen dat er € 100 van zijn nalatenschap naar zijn andere dochter (Nel) gaat?
    Ook dan telt deze € 100 niet mee in de wettelijke (erf)massa. Het gaat bij de berekening van de wettelijke (erf)massa namelijk om het deel van de bezittingen zonder testament.

Gevraagd:
Bereken de wettelijke (erf)portie van dochter Corrie.

  • Stap 1c: Wettelijke (erf)portie berekenen
    = Erfmassa (stap 1a) * Erfdeelbreuk (stap 1b)

= € 150 * 1/4e = € 37,50

Toelichting:
Van de € 150 aan wettelijke (erf)massa is dus € 37,50 op basis van het wettelijk erfrecht voor Corrie bedoeld. Los van deze wettelijke (erf)portie krijgt Corrie via het testament van Piet ook nog € 100. Deze € 100 telt alleen niet mee in de berekening van de wettelijke (erf)portie, maar wordt in stap 2 wel toegevoegd aan de wettelijke (erf)portie om zodoende uit te komen op de bruto erfenis. 

STAP 1 (OPTIE C): LEGITIEME ERFPORTIE

Het wettelijk (versterf)erfrecht beschermt kinderen zowel bij GEEN als WEL een testament van de overleden ouder. Een kind heeft namelijk altijd recht op zijn legitieme (erf)portie (=minimum (erf)portie) zolang hij maar binnen 5 jaar na overlijden van de erflater hier beroep op doet. Doet hij dat? Dan noemen we hem niet meer een erfgenaam, maar noemen we hem: de legitimaris. Ook hierbij geldt het wettelijk erfrecht en dus ook plaatsvervulling. De legitieme (erf)portie mag echter niet in goederen worden uitbetaald, maar moet altijd in geld worden uitbetaald. Is dat geld er niet dan hebben de ‘normale’ erfgenamen een schuld aan de legitimaris.

In welke situatie is de legitieme (erf)portie handig? De legitieme (erf)portie is handig voor een kind dat door de overleden ouder:

  1. is onterfd of;
  2. niet is onterfd, maar waarbij de overleden ouder zijn bezittingen tijdens zijn leven zoveel mogelijk heeft geschonken aan andere zonen/dochters of in de afgelopen 5 jaar van zijn leven zoveel mogelijk als gift heeft gegeven aan anderen.

Voorbeeld:
Als iemand aanspraak maakt op zijn legitieme (erf)portie dan zien de tussenstappen in stap 1 er net iets anders uit. Om dit te laten zien gaan we weer de stamboom van Piet (zie afbeelding) als voorbeeld gebruiken en gaan we er weer van uit dat Piet zojuist is komen te overlijden. Bekend is nog steeds van Piet dat:

  • hij 10 jaar geleden vóór de familieruzie met dochter Corrie een schenking aan Corrie heeft gedaan van € 1.000;
  • hij de afgelopen 20 jaar voor € 238.800 heeft geschonken aan Arie;
  • hij in een testament heeft laten vastleggen dat er € 100 naar dochter Corrie gaat na zijn overlijden;
  • hij is overleden in het huwelijk met Ietje;
  • hij in gemeenschap van goederen was getrouwd met Ietje;
  • hij vlak voor zijn dood een schenking van € 76.200 heeft gedaan aan Nel; 
  • hij vlak voor zijn dood een gift van € 4.000 heeft gegeven aan het Wereld Natuur Fonds (WNF);
  • het resterend gezamenlijk bezit van Piet en Ietje op het moment van overlijden van Piet € 60.500 bedraagt en hun schulden € 60.000 bedraagt. 

Dochter Corrie weet inmiddels dat Piet maar € 250 nalaat (50% van [€ 60.500 – € 60.000]). De nalatenschap van Piet is zo laag vanwege alle schenkingen en giften die hij in zijn leven heeft gedaan. Corrie heeft het gevoel dat zij ten opzichte van haar broer en zus is benadeeld door vader Piet. Zij is weliswaar niet via een testament onterfd, maar deze situatie lijkt er verdacht veel op. Zij vraagt zich dan ook terecht af of haar bruto erfenis bij wel aanspraak maken op haar legitieme (erf)portie (optie C) hoger uit gaat komen dan geen aanspraak maken op haar legitieme (erf)portie (optie A&B). Het nadeel van aanspraak maken op je legitieme (erf)portie is dat je hiermee dan automatisch afstand doet van de eventuele erfenis via testament.

We gaan voor dochter Corrie uitrekenen hoe groot haar legitieme (erf)portie is. Dit doen we in 4 tussenstappen (1a, 1b, 1c en 1d).

Gevraagd:
Bepaal de legitieme erfdeel(breuk) van dochter Corrie. 

  • Stap 1a: Legitieme erfdeel(breuk) bepalen
    = 50% van wettelijke erfdeelbreuk

= 50% van 1/4e = 1/8e

Toelichting:
We hebben eerder al berekend dat Corrie volgens het wettelijk erfrecht 1/4e erfdeel(breuk) heeft. Bij het bepalen van de legitieme erfdeelbreuk pakken we hier de helft van.

Gevraagd:
Bereken de legitieme (erf)massa. 

  • Stap 1b: Legitieme (erf)massa berekenen
    = Bezittingen – Schulden – Kosten voor uitvaart en verdeling erfenis + Waarde van giften ooit gedaan aan eigen kinderen + Waarde van giften die in de afgelopen 5 jaar zijn gedaan aan anderen.

= 50% van (€ 60.500 – € 60.000  + € 1.000 + € 238.300 + € 76.200 + € 4.000) = € 160.000

Toelichting:
Piet en Ietje waren getrouwd in gemeenschap van goederen. De wet gaat er daarom vanuit dat 50% van het gezamenlijk bezit en de gezamenlijke schulden van Ietje is. Dat betekent dus dat alleen de andere 50% de nalatenschap van Piet is. Alle schenkingen en gedane giften vonden plaats vanuit het gezamenlijk bezit en daarom wordt ook hiervan veronderstelt dat slechts 50% van iedere schenking en slechts 50% van iedere gift vanuit de nalatenschap van Piet is gedaan.

De giften worden bij de berekening van de legitieme (erf)massa betrokken. Dit omdat de giften gezien kunnen worden als een soort van erfenissen die zijn gedaan vóór het overlijden. Piet zou als het ware gedurende zijn leven al bezig kunnen zijn geweest om zijn erfenis kleiner te maken en dit op eigen wijze te verdelen. De wijze waarop Piet dit heeft verdeeld kan door een kind als ‘oneerlijk’ worden ervaren. Daarom worden de giften betrokken bij de berekening van de legitieme (erf)massa om het vervolgens in de volgende stap ‘eerlijk’ te verdelen aan de hand van de legitieme erfdeel(breuk).

Corrie heeft door aanspraak te doen op haar legitieme (erf)portie automatisch de € 100 erfenis via testament verworpen. Deze € 100 telt dus gewoon mee in het gezamenlijk bezit van Piet en Ietje.

Maar wat nu als…

  • Piet in zijn testament heeft laten vastleggen dat er € 100 van zijn nalatenschap naar zijn andere dochter (Nel) gaat?
    Ook dan telt deze € 100 mee in het gezamenlijk bezit van Piet en Ietje. Het gaat bij de berekening van de legitieme (erf)massa namelijk om alle bezittingen en niet alleen om het deel van de bezittingen zonder testament (zoals wel het geval is bij de berekening van de wettelijke (erf)massa).

Gevraagd:
Bereken de legitieme (erf)portie van dochter Corrie.

  • Stap 1c: Legitieme (erf)portie van kind berekenen
    = Legitieme erfmassa (stap 1a) * Legitieme erfdeelbreuk (stap 1b)

= € 160.000 * 1/8e = € 20.000

Toelichting:
Van de € 160.000 aan legitieme (erf)massa is dus € 20.000 op basis van de legitieme berekening voor Corrie bedoeld.

Gevraagd:
Bereken voor hoeveel euro dochter Corrie aanspraak kan maken op haar legitieme (erf)portie.

  • Stap 1d: AANSPRAAK OP legitieme (erf)portie berekenen
    = Legitieme (erf)portie van kind (stap 1c) – Alle ooit ontvangen schenkingen van erflater

= € 20.000 – € 1.000 = € 19.000

Toelichting:
Nu we weten dat de legitieme (erf)portie van Corrie € 20.000 bedraagt, kunnen we uitrekenen voor hoeveel euro zij hier aanspraak op maakt. Er wordt namelijk in stap 1d rekening gehouden met eventuele schenkingen die de erflater in het verleden aan de erfgenaam of plaatsvervuller heeft gedaan. Zo’n schenking wordt gezien als een soort van erfenis die al vóór het overlijden heeft plaatsgevonden. Dat verlaagt dus dan de legitieme (erf)portie. Corrie kreeg ooit € 1.000 van Piet. 

Bekend is echter dat Piet een nalatenschap heeft van slechts € 250 (50% van [€ 60.500 – € 60.000]). Dit doordat hij vlak voor zijn dood een schenking en een gift heeft gedaan. De € 19.000 voor Corrie moet echter wel ergens vandaan komen. De ‘gewone erfgenamen’ die geprofiteerd hebben van de giften van Piet hebben daarom nu een schuld aan de legitimaris Corrie. Hoe groot deze schuld is per persoon gaat voor het vak Bedrijfseconomie echt te ver en daarom gaan we daar niet verder op in. 

STAP 2, 3, 4 & 5

We hebben de voorberekening van de bruto erfenis nu afgerond (stap 1). Vanuit de combinatie van optie A&B of alleen optie C ontstaat de bruto erfenis (stap 2). Vervolgens wordt er berekend over welk deel er erfbelasting moet worden betaald; voor de berekening van de erfbelasting worden namelijk eerst nog enkele correcties op de bruto erfenis uitgevoerd om vervolgens uit te komen op een fictief bedrag dat wordt belast (stap 3). Pas daarna gaan we over dat fictieve bedrag het percentage erfbelasting pakken (stap 4) en kunnen we de netto erfenis uitrekenen (stap 5).

Voorbeeld:
Het onderstaande schema geeft aan welke vrijstellingen er gelden bij de erfbelasting. Deze getallen zijn in werkelijkheid anders.

Het onderstaande schema geeft aan welke belastingpercentages er gelden bij de erfbelasting. Deze percentages zijn in werkelijkheid anders. Hoe verder je afstamt van de overledene of hoe hoger het belastbare erfdeel is, des te hoger het erfbelastingpercentage. De wet heeft dit verzonnen om zo een te snelle ophoping van geld binnen een familie tegen te gaan. Het verschil tussen arme families en rijke families in Nederland wordt hiermee deels tegengegaan. 

Voor stap 3 is het nodig om te weten hoe lang de Belastingdienst verwacht dat de langstlevende ouder (Ietje) nog in leven zal zijn. Er mag, op basis van Ietje haar leeftijd, worden uitgegaan van 3 jaren.

Gevraagd:
Bereken de bruto erfenis voor dochter Corrie.

  • Stap 2: Bruto erfenis berekenen 
    = Optie A + Optie B    of    Alleen Optie C

= € 37,50 + € 100 = € 137,50

= € 19.000

Toelichting:
Als Corrie aanspraak maakt op haar legitieme (erf)portie doet zij automatisch afstand van de € 100 erfenis via testament. Vandaar dat deze € 100 niet in de berekening staat.

Gevraagd:
Bereken het belastbaar erfdeel voor dochter Corrie.

  • Stap 3: Belastbaar erfdeel berekenen 
    = Bruto erfenis (stap 2) – Vrijgesteld deel   + of –   Vruchtgebruik

= (€137,50–€15.000) – (6%*3jr.*€37,50) =<€0 dus €0

= (€ 19.000 – € 15.000) – (6% * 3jr. * € 19.000) = € 580

Vrijgesteld deel:
De ontvanger heeft een vrijgesteld bedrag waarover GEEN erfbelasting betaald hoeft te worden. De hoogte van deze vrijstelling hangt af van wat de ontvanger van de erflater is (bijvoorbeeld: partner of kind of buurman enzovoorts). Let op! Een plaatsvervuller neemt voor de vrijstelling niet de vrijstelling van zijn vader of moeder over. 

Corrie is een kind van Piet dus hoeft zij over € 15.000 geen erfbelasting te betalen (zie schema). Dat deel is dus belastingvrij. 

Vruchtgebruik:
Als de overledene voor een deel of geheel van de nalatenschap geen testament heeft dan ontstaan er erfporties (zowel bij optie B als C). In zo’n geval zullen de erfporties van de kinderen (=kindsdelen) niet in handen komen van de kinderen zelf, maar in handen van de langstlevende ouder. Die ouder blijft het kindsdeel dan schuldig aan de kinderen. De kinderen hebben dan een niet-opeisbare vordering op deze ouder (=de langstlevende ouder), maar deze ouder mag het kindsdeel wel opmaken. Let op: het deel aan erfenis via een testament aan een kind komt dus niet in handen van de langstlevende ouder!

Wanneer krijgt een kind zijn (resterend) kindsdeel in handen?

  1. Als deze ouder ook is overleden of;
  2. Als deze ouder samen gaat leven met een nieuwe partner en er gemeenschap van goederen dreigt te komen.

De langstlevende ouder krijgt dus de erfporties van de kinderen in handen en plukt daar dus de vruchten van (=vruchtgebruik). De langstlevende ouder beschikt namelijk over dat geld en kan dat veilig beleggen door bijvoorbeeld een huis te kopen. De langstlevende ouder heeft dus voordeel aan het in handen hebben van de kindsdelen. We noemen dit voordeel ook wel: vruchtgebruik. Dit voordeeltje drukt de overheid per kindsdeel uit in bedragen. De langstlevende ouder moet deze bedragen bij zijn bruto erfenis optellen (+ vruchtgebruik) voor de berekening van de erfbelasting. Zo betaalt de langstlevende ouder over een groter bedrag erfbelasting. Een kind mag het bedrag juist aftrekken (- vruchtgebruik) van zijn bruto erfenis, omdat het kind het geld gaat missen en daar dus nadeel van heeft. Zo betaalt het kind over een kleiner bedrag erfbelasting.

Wat is dan de waarde van het vruchtgebruik?
6% van het kinds(erf)deel(portie)  * Factorgetal o.b.v. aantal jaar dat de langstlevende er de vruchten van gaat plukken

Gevraagd:
Bereken de erfbelasting (=successierechten) over het belastbaar erfdeel van dochter Corrie.

  • Stap 4: Te betalen erfbelasting berekenen
    = Belastbaar erfdeel (stap 3) door de schijven halen

= 20% van € 0 = € 0

= 20% van € 580 = € 116

Belastingschijven:
In het schema is te zien dat bijvoorbeeld een kind over het eerste deel dat wordt belast (€ 0 t/m € 50.000) een belastingpercentage van 20% betaalt. Mocht een kind een belastbaar erfdeel hebben van méér dan € 50.000 dan zal dit kind over € 50.000 de 20% erfbelasting betalen en over de euro’s boven de € 50.000 de 30% erfbelasting betalen.

Mocht er sprake zijn van meerdere erfenissen in een jaar dan hoeft de erfgenaam/legitimaris voor de berekening van de erfbelasting de belastbare erfdelen van de overledenen niet bij elkaar op te tellen. Deze worden namelijk afzonderlijk van elkaar belast. Als dus het eerder gepresenteerde schema van de erfbelasting  geldt dan zouden dus 2 belastbare erfdelen van ieder € 50.000 groot allebei in schijf 1 vallen. Ze worden namelijk onafhankelijk van elkaar belast.

Gevraagd:
Bereken de netto erfenis voor dochter Corrie.

  • Stap 5: Netto erfenis berekenen
    = Stap 2 – Stap 4

= € 137,50 – € 0 = € 137,50

Toelichting:
Van deze € 137,50 zal € 37,50 in handen komen van moeder Ietje (kindsdeel). De overige € 100 krijgt Corrie zelf in handen, omdat dit via een testament was geregeld. Als Corrie graag nu geld in handen wil hebben dan is het voor haar beter om geen aanspraak te maken op haar legitieme (erf)portie.

= € 19.000 – € 116 = € 18.884

Toelichting:
Deze € 18.884 zal in handen komen van moeder Ietje (kindsdeel). Als Corrie in de toekomst verwacht haar kindsdeel te krijgen en er genoegen mee neemt dat zij dan nu niks in handen krijgt, dan is het voor haar beter om aanspraak te maken op haar legitieme (erf)portie.

OPGAVEN

 

print